Gezond tandvlees heeft en roze kleur en ligt stevig om de tanden en kiezen. Gezond tandvlees bloedt niet bij het poetsen en het eten. De wortels van de tanden zitten vast met een vezelige verbinding aan het kaakbot. Het tandvlees is vastgehecht aan het kaakbot en de tanden. Het kaakbot en vezels vormen samen het steunweefsel van de tanden waarbij het tandvlees voor bedekking zorgt van beide. Het geheel vormt het weefsel om tanden en kiezen, dit heet het parodontium. De smalle ruimte tussen tandvlees en tanden heet een pocket. Bij gezond tandvlees is deze pocket ondiep (hooguit 3mm).
Ontstoken tandvlees of gingivitis kan rood, slap en gezwollen zijn. Ook kan het gaan bloeden bij het poetsen of het eten. Als u rookt, loopt u de kans dat door het roken het tandvlees niet bloedt als u poetst maar het wel ontstoken is. De ontsteking in de tandvleesrand wordt veroorzaakt door bacteriën. Die bacteriën –het gaat om verschillende soorten – zitten in de tandplaque. Tandplaque is een zacht, kleverig laagje op de tanden. Het heeft een witte of gele kleur waardoor het moeilijk te zien is. Tandplaque kan verkalken tot tandsteen dat stevig vastzit aan de tanden en de kiezen. Zonder tandplaque vormt zich geen tandsteen.
Gingivitis kan zich in het eerste stadium uitbreiden naar het kaakbot. Het tandvlees komt daardoor los van de tanden. In de ruimte die zo ontstaat tussen het tandvlees en de tanden, vormt zich weer tandplaque. Door deze plaque verplaatst de ontsteking zich verder in de diepte. De vezels gaan door de ontsteking verloren en het kaakbot wordt afgebroken. Hierdoor worden de pockets dieper. In de verdiepte pockets verkalkt de tandplaque langzaam tot tandsteen. Dit noemen we parodontitis. Bij parodontitis kan het tandvlees rood, slap en gezwollen zijn en gaan bloeden bij het poetsen en eten. Het tandvlees kan op den duur gaan terugtrekken. Ook een vieze smaak of een slechte adem kunnen duiden op parodontitis. Parodontitis geeft zelden pijnklachten. Vaak zijn de genoemde verschijnselen echter afwezig. Zeker als u rookt kunnen de voornoemde verschijnselen onderdrukt worden, waardoor parodontitis lang onopgemerkt blijft.
Pas in een gevorderd stadium van parodontitis ontstaan er klachten. Die kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het gaan bewegen van tanden of het ontstaan van ruimte daartussen. Doordat bij terugtrekkend tandvlees de wortels gedeeltelijk bloot komen te liggen, kunnen de tanden erg gevoelig zijn bij het poetsen. Dat kan ook het geval zijn bij het eten van warme, koude, zoete of zure spijzen. Door parodontitis kan er uiteindelijk zo veel kaakbot verloren gaan, dat tanden hun houvast verliezen en uitvallen.
Niet iedereen is even vatbaar voor parodontitis. Dit komt omdat parodontitis een multi-factoriele ziekte is. Bacterien in de tandplaque vormen de aanleiding tot parodontale ontstekingen. Maar het ziekteverloop wordt mede bepaald door de samenstelling van de bacteriën in de plaque (van mild tot zeer agressief) én door een aantal risicofactoren. De belangrijkste risicofactoren zijn: de genetische achtergrond ,systemische aandoeningen (bv diabetes), bepaalde medicatie, roken en stress.
Tijdens dit consult starten we met een uitgebreide medische vragenlijst en wordt de tandheelkundige geschiedenis overlopen. Verder doen we een klinisch onderzoek, we maken een parodontiumstatus. Met een pocketsonde overlopen wij de diepte van de pockets van elke tand, bloeding en aanwezigheid van tandplaque en tandsteen wordt in kaart gebracht. Ook wordt de mobiliteit van de tanden nagekeken en of het tandvlees is teruggetrokken.
De parodontiumstatus wordt aangevuld met rontgenfoto’s waarmee we eventueel botverlies visueel kunnen vastleggen. Aan de hand van deze gegevens geven wij u een duidelijk beeld van uw parodontale situatie en wat de behandelopties zijn. Rekening houdend met uw noden en wensen wordt er een behandelplan opgesteld. Eventuele behandelingen die door de verwijzende tandarts moeten uitgevoerd worden, zullen in en schriftelijke correspondentie naar de tandarts gestuurd worden, begeleid door een kopie van de parodontiumstatus en de rontgenfoto’s.
Tijdens de initiele behandeling wordt een professionele gebitsdesinfectie uitgevoerd. Hierbij wordt de tandplaque en het tandsteen, die op plaatsen zit waar u niet meer bij kan verwijderd door middel van ultrasone apparatuur en fijne handinstrumente. Afhankelijk van de ernst van de aandoening gebeurt dit in één of meerdere zittijden, mét of zonder verdoving. Verder besteden we heel wat tijd aan het optimaliseren van de infectiebestrijding die u zelf uitvoert, uw mondhygiëne. De nadruk zal daarbij voornamelijk op het reinigen.
Ongeveer 2 maanden na de initiele behandeling wordt het klinisch onderzoek en het maken van de parodontiumstatus herhaald. Op basis van die metingen wordt de mate van gezondheid/ontsteking (parodontitis) of infectie controle bepaald. Als er nog ontsteking gevonden wordt, komt dat omdat er nog tandplaque boven en/of onder het tandvlees zit (in de verdiepte pockets). Op basis van het behaalde resultaat beslist de tandarts wat het te volgen beleid zal zijn:
In overleg met u wordt er een vervolg behandelingsplan opgesteld. Ook wordt er een herbeoordelingsbrief opgesteld en verstuurd naar de verwijzende tandarts.
Het doel van deze behandeling is, het verwijderen van het resterend ontstekingsweefsel, tandplaque en tandsteen op moeilijk bereikbare plaatsen, alsook het elimineren van de verdiepte pockets ( dieper dan 5mm) waar de bacteriën zich weer kunnen verzamelen. Bij een flap-operatie maakt de tandarts , onder plaatselijke verdoving, het tandvlees los en schuift het daarna opzij. Vervolgens wordt het ontstoken weefsel weggehaald. Het kaakbot en de wortels van de tanden zijn dan goed zichtbaar en bereikbaar. Dan kan het tandsteen gemakkelijk verwijderd worden. Waar nodig wordt ook de –vaak grillige- rand van het aangetaste kaakbot bijgewerkt. Daarna wordt het tandvlees weer rond de tanden vastgehecht.
Het doel van de nazorg is om de bereikte infectiecontrole te continueren. Een voorwaarde daarvoor is dat u voorkomt dat er opnieuw ontsteking in het tandvlees ontstaat. Dat kan alleen als u elke dag uw mondhygiëne is dus niet alleen tijdens de behandeling noodzakelijk maar vormt daarna de basis voor een gezonde toekomst! Op basis van wetenschappelijk onderzoek is komen vast te staan dat regelmatige begeleiding van de mondhygiëne en reiniging op kwetsbare plaatsen door de tandarts in de meeste gevallen nodig blijft. Dit gebeurt in het eerste jaar na de actieve behandeling 3 tot 4 maandelijks. Nadien wordt er bij iedere patient persoonlijk bekeken met welke frequentie de nazorg moet voortgezet worden.
Onze tandartsen blinken uit door opleiding, ervaring en actuele vakkennis.
Geavanceerde technieken van onze tandartsen zorgen ervoor dat alle ingrepen kunnen plaatsvinden tijdens een dagopname.
Het is vanzelfsprekend dat wij garanderen uw recht op privacy en geheimhouding.
Onze tandartsen schitteren met jarenlange ervaring op professioneel vlak.
Indien u wenst kunnen we u bellen om een afspraak te regelen.